"Ik kon wel overgeven, een infuus in zijn hoofd. Mijn maag draait om. Wat een hel."
We hebben 3,5 week in het ziekenhuis gewoond samen. Altijd samen, oh ik ben daar zo dankbaar voor. Wat lijkt het mij verdrietig als je als moeder naar huis moet en je baby achter moet laten. Oh en ik ben dankbaar dat dit mijn eerste kindje betreft en niet dat ik er al 1 thuis had zitten want bij welk kindje ben je dan? Toch was het niet altijd even makkelijk want als je altijd samen bent, krijg je ook alles constant mee. De paniek in de kamer, de monitor die steeds afgaat. De emoties van het personeel, laat ik daar juist zo gevoelig voor zijn.
Onze Frank is met 33 weken geboren, op 08-08-2018, met 1818 gram en 45,5 cm.
Dat laatste was een beetje vreemd, want toen ze hem na 1,5 week opnieuw gingen meten was hij 44 cm langt. Dus wat zou hij met zijn geboorte geweest zijn 42 cm?
Hij was dus te klein, is als prematuur en dysmatuur geboren dus dat betekende dat hij moest blijven. Ademen en drinken kon hij niet zelfstandig.
Dat is zo’n moment dat je dankbaar bent dat je leeft in een land zoals Nederland. Waar de faciliteiten er wel zijn. Waar mijn kindje geholpen kan worden en ik als moeder.
Wonen in het ziekenhuis voelde als een rollercoaster. Ja wonen ja, zo voelde het voor mij. Natuurlijk is 3,5 week helemaal niks vergeleken met mensen die er maanden verblijven, dat begrijp ik ook wel.
Wie mij kent weet dat ik een sociaal wezen ben, ik zeg altijd: “Ik adem liefde uit, je hoeft alleen maar open te staan om het te ontvangen.”
Dat betekende dat ik in een mum van tijd een band had met alle zusters. Ze kwamen allemaal even een praatje maken, ik hoorde veel persoonlijke verhalen en als ze een beetje moe waren dan zette ik ze op een stoel neer. Ik waggelde met mijn geopereerde buik naar het koffiezetapparaat en haalde koffie voor ze.
Ik vertelde persoonlijke verhalen en ik stond constant aan.
“Hoi Suzanne, ik heb mijn beste gedaan om vandaag de verzorgster van Frank te mogen zijn maar ‘J’ heeft vandaag gewonnen, ik kom toch even kijken hoe het met jullie is.”
Natuurlijk is het fijn als iedereen naar je omkijkt en als je merkt dat iedereen jou aardig vindt.
Alleen er is totaal geen privacy en ik heb dat toch wel heel erg nodig om te ont prikkelen.
Daar gaat weer een monitor af, fuck wat betekent dat?
Die momenten dat ze met je kindje bezig zijn en wegrennen met spoed. Hun spoedalarm ging af.
We allemaal hebben privékamers, we liggen op de afdeling Neonatologie. Er was eerst sprake om Frank over te brengen naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis afdeling Neonatale intensive care unit. Dat was op het laatste moment niet nodig.
Ik ken de andere ouders bij ons op de afdeling niet, ieders verhaal speelt zich af achter hun eigenkamer deur.
Toch ben je begaan met ze. Mijn adem stokt, wat gebeurt er nu in de andere kamer?
Na 3 dagen begon Frank geel te zien. Hij had Fototherapie nodig en hij moest onder een blauwe lamp. Dit komt vaker voor bij pasgeborene en zeker bij te vroeg geboren kindjes.
Hij lag met een soort brilletje op en de hele kamer was blauw. Ik deed geen oogdicht.
Gelukkig hoefde het maar een paar dagen en heeft Jos een slaapmasker voor mij gehaald.
Fototherapie
Na 6 dagen kon Frank zelfstandig ademen, zo trots als een pauw was ik. Je maakt je als moeder toch zorgen of je kindje ooit zelfstandig gaat leren ademen.
Het is zo’n druk mannetje, hij trok constant zijn infuus uit. Hij was zo moeilijk te prikken. Toen hij een week oud was werd ik in de nacht wakker gemaakt. Er stonden 3 artsen om hem heen. Ze zijn 1.5 uur bezig geweest om hem te prikken. 1 arts stond met tranen in haar ogen, het lukte niet. Hij heeft roladeren en hij is zo klein.
“Ik ben zo blij dat Frank niet met spoed medicijnen nodig heeft want dan had ik het hem niet kunnen geven.” Zei ze met de tranen in haar ogen.
Als ik thuis was geweest had ik dit niet meegemaakt, dan had ik gewoon kunnen slapen. Toch ben ik dankbaar dat ik daar was.
Dankbaar ondanks de angst die ik voelde omdat ik machteloos toekeek hoe ze een infuus in zijn hoofd aan het prikken waren. Ze konden niet anders dan het nu via zijn hoofdje proberen.
In het ziekenhuis draaien ze er niet omheen en zeggen ze eerlijk:
“Wij zijn wel bang dat hij zijn infuus uit zijn hoofd trekt en dat daardoor iets in zijn hoofd kan beschadigen. We kunnen alleen niet anders, hij heeft vocht nodig.”
Ik kon wel overgeven, een infuus in zijn hoofd. Mijn maag draait om. Wat een hel.
Hij had eerder al een gehaakt inktvisje gekregen waaraan hij kon friemelen in de hoop dat hij niet aan de snoertjes zou zitten maar dat werkte niet.
De volgende dag was er een spoedvergadering in onze kamer.
“Wij zijn bang dat Frank zijn infuus er weer gaat uittrekken en dan kunnen we hem niet meer prikken. We moeten zijn voeding met spoed gaan ophogen en hopen dat hij zo voldoende voeding binnenkrijgt.” Zei een arts.
Zijn voeding werd opgehoogd van 12 x 6 ml per dag naar 12 x 12 ml per dag.
Er waren steeds zorgen om zijn schedeltje. Het was veel te klein en dit kan duiden op afwijkingen. Op dag 8 was zijn schedel 29,5 cm!
Wat een feest, Frank was uit de gevarenzone.
Zijn hoofdinfuus heeft maar 1 dag gezeten. Frank kreeg een ei op zijn hoofd. Het infuus was onderhuids gaan lekken.
Jos en ik kregen een Maatschappelijk werker toegewezen in het ziekenhuis. Daar hadden we meerdere keren per week gesprekken mee.
Het was moeilijk voor mij om te beschrijven wat ik bedoelde.
Je voelt van alles, waar ik normaal alles perfect onder woorden kan brengen was ik zoekend.
Deze man was een fijne hulp en ook zeker voor Jos. Bij hem zaten er ook dingen heel diep. Toch gaat de meeste zorg naar moeder en kind en daarom is het zo fijn dat die maatschappelijk werker ook echt even naar Jos keek. Jos ging gewoon elke dag naar zijn werk en eigenlijk liep hij op zijn tandvlees. Hij kon geen zorgverlof opnemen omdat ik in het ziekenhuis verzorgd werd maar alles brak hem op en doordat je in shock bent weet je niet wat je wel of niet kan.
Deze man heeft hem heel goed geholpen.
Foto boven: Een foto van één van de eerste dagen. Met het gehaakte inktvisje.
Foto onder: Hier zie je dat Frank geel geworden is en hoe dun zijn armpjes waren.
Na 2 weken dronk Frank 8 flesjes melk van 45 ml per dag. Hij kon ze niet zelfstandig drinken en veel moest nog worden gegeven via de sonde.
Als hij alle 8 de flesjes zelfstandig kon drinken dan mochten wij naar huis.
Ik liep elke dag rondjes. Als er visite kwam dan ging ik koffie halen en deed ik een extra groot rondje. Even op de bordjes kijken of er nieuwe namen bijgekomen waren. In die 3,5 week zag ik vooral veel namen verdwijnen. Kindjes mochten naar huis. Wanneer mogen wij nou naar huis? Je wil dat je kindje alles op zijn eigen tempo kan doen en tegelijkertijd wilde ik hem steeds influisteren. “Kom op vriend, dit duurt lang. Ik wil naar huis.”
Als mensen binnenkwamen dan zeiden ze: “Zo jij hebt het goed voor elkaar.”
Dat klopt, een moeder-kind kamer is heerlijk. Toch heb je geen privacy en is het geen hotelkamer. Tussendoor slapen kon ik niet. Want dan kwam er een voedingsassistente, om de 2 uur werd Frank gevoed. Dan kwam de schoonmaak, dan kwam er visite.
Die 3,5 week hadden uiteraard veel zwaarder kunnen zijn. Toch is het voor een pleaser zoals ik niet goed. Er zat geen slot op de deur. Iedereen komt jouw vertrouwde omgeving binnen.
Er waren weinig momenten waarop we alleen waren.
Toch ben ik 2 keer het ziekenhuis uit geweest.
“Wij doen de kamer wel op slot, je kan gewoon gaan. Als er iets is dan zijn we er zo.”
Ik besef me goed dat het zo gaat op afdelingen waar geen moeder-kind kamers zijn. Ik kon het niet. Ik regelde oppas.
Melissa heeft 2 keer opgepast. 1 keer ben ik met mijn vader naar de Kruidvat geweest en 1 keer met Jos een uurtje naar huis om bij Nina onze hond te kijken.
Op de bank hebben we alleen maar filmpjes en foto’s zitten kijken. Even thuis zijn zonder dat iemand de kamer instormt was zo fijn.
Frank zijn bloedgroep is bijzonder, hij heeft 0-negatief. Dat verbaasde ons, want Jos heeft A+ en ik B+ maar het kan gewoon. 7 % van Nederland heeft 0-negatief. Deze bloedgroep wordt het meeste opgeroepen door de bloedbank omdat iedereen dit bloed toegediend kan krijgen.
Frank woog nog maar 1646 gram na 1,5 week en hij moest 12 keer per dag gevoed worden.
Hij was vel over been. Ik noemde hem scharminkeltje of krielkip.
Hele dagen buidelde ik met hem. Als er een nieuwe zuster binnenkwam dan zei ze: “Aha het wondergezin, ik heb veel over jullie gehoord. Het kleine mannetje met die grote naam. Hier blijkt het altijd gezellig te zijn en jullie buidelen veel meer dan de gemiddelde ouder.”
Buidelen, huid-op-huidcontact met je kindje is goed voor je kindje. Het wordt ook wel kangoeroeën genoemd. Hij blijft veel beter op temperatuur
Wat baalde ik als ik weer moest kolven, dan moest ik hem terugleggen. De hele dag wilde ik één zijn met hem. Als hij huilde klonk hij als een miauwend katje, ik denk dat ouders met een prematuur kindje zich dat ook wel kunnen herinneren.
Zo zag Frank voeden er uit. Een buisje met melk hielde we omhoog zodat het via het slangetje zijn maagje in kon lopen.
Na elke voeding spuugde Frank alles onder. Dit was trouwens luier maatje 0
Frank kroop steeds omhoog als we lagen te buidelen.
Jos sliep vaak ook bij ons in het ziekenhuis op een hele harde bedbank.
We woonde toen gelukkig maar een klein stukje van het ziekenhuis vandaag en hij reed steeds heen en weer voor de hond of voor zijn werk. Voor mij was er ontbijt en lunch en avondeten, voor Jos niet. Tenminste, de eerste 3 dagen kreeg hij het wel en daarna niet meer, dat is nou eenmaal zo geregeld.
Natuurlijk kreeg hij van de ene voedingsassistente wel iets en van de andere niets. Eigenlijk had hij er geen recht op dus het was lief als hij wel iets kreeg.
Lang leven mijn maagverkleining. Jos kon meestal gewoon met mij mee-eten of iemand nam iets voor hem mee.
Op mijn laptop was ik nog druk bezig met het geboortekaartje. De hele kamer hing vol met kaarten. Onze kamer was een feestje. We hadden touwtjes gespannen en met kleine knijpertjes alle kaartjes opgehangen en het waren er zoveel! Zoveel liefde van iedereen.
Ik ben nog steeds zo dankbaar voor al jullie liefde. In moeilijke of juist hele mooie tijden zie je pas echt wie er aan je denkt. Ik ben mij er bewust van dat ik heel veel lieve mensen om mij heen heb.
Op 31 augustus 2018 was het zover! Wij mochten naar huis. Frank kon zelfstandig drinken. We zouden nog aanvullende kraamzorg krijgen. Toen kon ons gezinsleventje beginnen.
Maatje 44 is veel te groot
Hij verdwijnt in de maxicosi maar wij mogen naar huis.
Ben jij stiekem al nieuwsgierig hoe het met ons gaat? Volg ons op www.instagram.com/suusgro
Volgende week een nieuw verhaal!
Reactie plaatsen
Reacties
Jeetje, je vergeet snel hoe klein die ook al weer was. Ik herinner me heel klein maar foto's zijn wel confronterend. Arm kereltje een infuus in zijn hoofd..en moet je nu eens zien!